vrijdag 31 mei 2013

Het irrationele en repressieve Familie- en Jeugdrecht is deel van het probleem



Het irrationele en repressieve Familie- en Jeugdrecht is deel van het probleem.

“Bureau Jeugdzorg en de Kinderbescherming moeten worden aangesproken op de manier waarop het gezin van de broertjes Ruben en Julian is "begeleid”, aldus burgemeester Janssen van Zeist. Beide instanties gaan hun eigen rol onderzoeken. Ook de Inspectie Jeugdzorg onderzoekt “de begeleiding” van de broertjes door Jeugdzorg.
 

Gevreesd moet echter worden dat deze onderzoeken tot voorspelbare conclusies zullen leiden, zoals: eerder ingrijpen, het systeem is overbelast, de coördinatie moet beter, meer geld naar Jeugdzorg. Kortom: meer van hetzelfde. Maar: niet Raad en Jeugdzorg moeten worden onderzocht; de Familierechtspleging als zodanig moet worden onderzocht. 

Uit het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming over het gezin:
“De ouders zijn sinds 2009 uit elkaar en delen de zorg 50/50 in een co-ouderschapsplan, maar hebben nog altijd voortdurend ruzie. Het lukt de ouders niet de strijd te eindigen” aldus de Raad. “Boedelscheiding, alimentatie en zorgafspraken hebben al tot rechtszaken geleid”. De moeder ging “in februari 2009 naar de politie wegens mishandeling van de oudste”. “Het vermoeden van lichamelijke mishandeling [kan] niet worden bevestigd".
 

Waarover die strijd gaat wéét de Raad dus wel, maar de vraag waaròm de ouders over dat alles strijden komt niet op bij de Raad. 

De Raad besluit om, na de laatste aangifte van de moeder tegen de vader, de kinderrechter te verzoeken de kinderen onder toezicht te stellen van Jeugdzorg “om een stabiele, voorspelbare en rustige opvoedsituatie te creëren”. Daartoe zou de vader zijn zoons nog maar eens in de twee weken mogen zien. Op de dag dat vader was opgeroepen om het rapport te bespreken, 7 mei, wordt zijn lichaam gevonden. Zijn beide kinderen heeft hij omgebracht.

Hoe had dit familiedrama voorkomen kunnen worden?

Het antwoord ligt voor de hand: Raad en Jeugdzorg hadden niet moeten doen wat zij hebben gedaan. Immers, de directe oorzaak van de ontsporing van de vader lijkt te zijn de dreigende degradatie van zorgouder tot omgangsouder -met alle rechteloosheid van dien. En dat nog wel zonder dat er één serieuze grief tegen hem persoonlijk gegrond is bevonden die dat zou rechtvaardigen. Dit is irrationele repressie en schending van zijn als onaantastbaar beleefde ouderschap, met als gevolg deze dramatische ontsporing. Wil men met repressie een “stabiele, voorspelbare en rustige opvoedsituatie creëren” dan dient deze rationeel te zijn (en zonodig dus gericht te zijn tegen degene die verantwoordelijk is voor de onrust).

Repressie 

Repressie in het Familierecht kent vele eufemismen: hulp, begeleiding, bemiddeling, bemoeizorg, omgangsregeling, ondertoezichtstelling, uithuisplaatsing enz. enz. Het zijn alle vormen waarin een ouder tot cliënt wordt gemaakt van een systeem waaraan hij zich heeft te onderwerpen op straffe van (dreiging met) verdergaande repressieve maatregelen die voorbijgaan aan de onaantastbaarheid van zijn of haar ouderschap.

Existentiële nood

De vraag wat er dan had moeten gebeuren laat zich pas verantwoord beantwoorden als men zich verdiept in de existentiële nood waartoe het Familierecht veel ouders brengt die, zoals alle goede ouders, verknocht zijn aan hun kinderen en die, net als hun kinderen, het ouderschap als onaantastbaar beleven.

De rechtspleging in het Familie- en Jeugdrecht is doortrokken van repressie. Alleen ouders die beide autonoom zijn kunnen hun zaken zelf regelen. Maar de ouder die liever vertrouwt op de autoriteiten sleept de andere ouder (en de kinderen!) mee in een proces waarboven zij beide al gauw dat zwaard van Damocles voelen hangen: de angst om niet meer volwaardig ouder over je kinderen te zijn. “Wat als de andere ouder teveel aan onze kinderen gaat trekken?” “Wordt mijn ouderschap nog wel beschermd?” “Behoud ik nog wel het contact met mijn kinderen?”

Prisoner’s dilemma

Onbewust van dit rechtspsychologisch mechanisme plaatst het Familierecht met dit zwaard van Damocles zulke ouders voor een prisoner’s dilemma: voor ouderlijke coöperatie is wederzijds vertrouwen nodig, en vertrouwen vergt moed. Dat vertrouwen ontbreekt vaak, en daarom zou de overheid –terstond- rechtszekerheid voor ouders (en kinderen) in de plaats moeten stellen: ouder ben je, ouder blijf je (en niet alleen in naam!) Aldus zou de conflictstof tussen de ouders over de kinderen beperkt kunnen blijven tot agendakwesties (werktijden, schooltijden en aanverwante waardevrije onderwerpen). Uitlatingen van de ene ouder om zich te profileren in het belang van het kind, of zelfs de ander te desavoueren en te beschuldigen, zouden in de rechtszaal onmiddellijk moeten worden afgekapt als zijnde niet aan de orde. Echtscheiding behoort een ordemaatregel te zijn, geen maatregel van kinderbescherming.

Belang van het kind?

Maar de Familierechtsplegers verschaffen die rechtszekerheid niet, want zij zeggen alleen het belang van het kind voorop te stellen. Zij laten zich verleiden tot kortetermijndenken. Als zij dan ten langen leste met de handen in het haar zitten omdat inmiddels het zwaard van Damocles zijn werk heeft gedaan en de verhoudingen zijn verwoest, wordt routinematig “in het belang van het kind” de vader uit het leven van zijn kind gebannen. Maar durven de rechtsplegers in al die zaken, en in deze zaak in het bijzonder, nog te beweren dat hun “begeleiding”, leidende tot het terzijde te schuiven van een der ouders, uiteindelijk het belang van de kinderen heeft gediend?

Een debat in de rechtszaal over het belang van het kind leidt onafwendbaar tot een twist over het belang van het kind, met een verwoestend effect op de verhoudingen tussen de ouders, ja soms met fatale afloop. 
 

Natuurlijk mag bovenstaande analyse niet opgevat worden als een apologie voor de vader.

Zijn wanhoopsdaad, hoe zeer ook voortgekomen uit existentiële nood, verdient onze onvoorwaardelijke afwijzing. Maar bij de evaluatie van het in deze zaak gevoerde beleid zou het zinvol zijn om met rechtspsychologische blik naar de Familierechtcultuur als geheel te kijken (“door welke angsten worden ouders bevangen als zij met het repressieve Familierecht te maken krijgen”) en daarbij buiten het repressieve denkraam te treden.  

Overigens: het recht op onaantastbaarheid van het ouderschap dient als art. 11 lid 2 in de grondwet opgenomen te worden.  

Peter Prinsen (ex-familierechtadvocaat)
 

Jeugdzorg Dark horse start cursus!

Op 27 mei 2013 twitterde bestuursvoorzitter van BJAA Erik Gerritsen blij dat de methode die door BJAA is ontwikkeld wel 6,4 registerpunten oplevert  bij de beroepsorganisatie van BAMw.

De tweet:

Trots op accreditatie van onze eigen opleiding generiek gezinsgericht werken door BAMW die maar liefst 6,4 registerpunten oplevert#yam



Erik is trots 

Dit is natuurlijk iets om trots op te zijn: men gaat nu 'generiek gezinsgericht werken' en de gezinsvoogd/ jeugdbescherming/ regisseur gaat nu 'gezinsmanager' heten.  

Let wel: bij de komst van de Wet op de Jeugdzorg 2005 werd precies het zelfde verkondigd door BJZ als nu: de 'gezinsvoogd' zou de 'regisseur van de zorg' worden zodat een gezin een duidelijke regisseur van alle zorg zou zijn.   

Er waren zelfs gezinsvoogden die ronduit tegen ouders zeiden: 'wij zijn regisseurs'. Hoe deze 'regisseurs' in de praktijk waren heeft menig ouder kunnen ervaren: schending van privacy, een scala aan 'zorgen' die geconstateerd werden en vooral kinderen zo lang mogelijk uit huis plaatsen! 

De trots 

De basis van de trots: je gaat werken zoals de wetgever het bedoeld heeft in 2001, verandert de naam van de medewerkers, nu in 'manager' en dan noem je dit een 'cursus' en met deze cursus ben je opeens 'professioneel generiek gezinsgericht werker' en verdien je ook nog eens accreditatiepunten, zodat het lijkt alsof je veel aan bijscholing hebt gedaan. Het heeft veel weg van die kwaliteits-certificering die BJZ- Haaglanden in 2009 aan zijn medewerkers uitdeelde…O, wat waren ze trots daar in Den Haag…  

Onder verscherpt toezicht 

Het beeld veranderde toen BJZ- Haaglanden op 2 manieren onder verscherpt toezicht kwam te staan: enerzijds door het financiële beleid, anderzijds door het geklungel en de onkunde over de ruggen van kinderen en ouders….. 

Écht iets om trots op te zijn: hoe kan je met zoveel creativiteit in het veranderen van namen een zogenaamde 'professionalisering' suggereren en dit ook nog in de media brengen als 'nieuw' en vooral 'goed dat er BJZ is…'  

De BAMw 

Kunt u zich dat nog herinneren de beroepsorganisatie BAM- w?

De organisatie die de niet-wetenschappelijke cursus 'Waarheidsvinding en leugenherkenning' goedkeurde en dit is met behulp van team Jeugdzorg Dark horse uiteindelijk stopgezet.  





Het is onduidelijk wie de cursus geëvalueerd hebben. Waren dat wetenschappers? Waar is de rapportage hierover? Is deze toegankelijk voor iedereen?  Het werkt zegt BJAA?  Wie zeggen dat nog meer? Of  hebben ze eindelijk geleerd dat allemaal naast elkaar werken niet werkt?  Dat was toch zeker een verademing… in 1995 was dat ook al zo na de zoveelste kindermoord…. 


Nu werkt het al snel voor de beroepsorganisatie BAM-w. 

Na al dat geweldige nieuws van BJAA zijn wij inmiddels van het volgende overtuigd als we BJZ zo volgen: 

Het is slecht gesteld met de gemiddelde gewone ouder, als men jeugdzorg zou moeten geloven: bij ieder indicatiebesluit of hulpverleningsplan staan allerlei onontdekte zaken waar ouders aan moeten voldoen en waar u als ouder te kort schiet.

Om aan deze ernstige gebreken weg te werken kan Jeugdzorg-Dark horse niet achterblijven en hebben wij om u van dienst te zijn een cursus ontworpen.

U kan hiermee een diploma verkrijgen als 'gekwalificeerd ouder', zoals hier onder in een voorbeeld staat. 

DIPLOMA (klik op het plaatje om te vergroten)



Waaraan u moet voldoen;

- Liefdevolle bezorgde ouder zijn

- Kennis hebben van het Jeugdzorg-Nederlands en de daarin gehanteerde begrippen.

- Kennis hebben van 'Nico Mul's link',   met name de hoofdstukken 1t.m. 4

Wilt u in aanmerking komen voor een diploma, dient u dit aan te geven voor de examencommissie Dark-Horse Plus!

Met dit diploma zijn er geen redenen om uw kinderen uit huis te plaatsen en vrijwaart u van jeugdzorg-interventies*!

(*Bovenstaande stemt helaas niet overeen met de werkelijkheid)

Wij hopen veel diploma's te mogen uitreiken!

Toezending volgt na uw aanvraag via dit e-post adres, voorzien van naam, woonplaats en geboortedatum!

Namens het Jeugdzorg-Dark horse team,

Ranada van Kralingen en Nico Mul

P.S.
Voor het verkrijgen van een diploma zal u een persoonlijk e-post bericht moeten sturen: als u via 'opmerkingen' een diploma aanvraagt werkt het niet: Wij weten NIET uw e-post adres!

N.M.

donderdag 30 mei 2013

PRAKTIJK VAN JEUGDZORG 3

Ik beloofde in het begin van deze blog om meer praktijkverhalen te publiceren. Hieronder treft u een zeer recent verhaal aan, van een hooggeschoolde moeder met een maatschappelijke positie en een voorbeeld van hoe 'meldingen', zónder enige waarheidsvinding, bijna geleid hebben tot een uithuisplaatsing van een 6 weken oude baby. De moeder vroeg onder andere bij mij informatie. Ik gaf het advies dat er 2 opties waren:

U  wacht af en gaat de (juridische) strijd aan.

U verlaat het land en blijft 17 jaar en 10 maanden weg.

De moeder koos voor optie 2, zij heeft althans haar verblijfplaats verruild voor een andere. Dit is tot nu toe een zeer verstandige keuze gebleken.

Let u ook op de details: hoe BJZ /AMK er niet voor schroomde om te zéggen dat er allerlei uitspraken waren, terwijl het verzoek OTS  nog gedaan moest worden….'met leugen en bedrog kinderen uit huis plaatsen' zeggen ouders wel eens… het gaat nog steeds door!

Lees haar verhaal:

Van de afgelopen bijna 24 jaar heb ik 20 jaar in het buitenland gewoond, waarvan nu bijna 13 jaar in een en hetzelfde land.

In het begin van dit jaar kreeg ik een baby. Na zorgvuldige afweging heb ik ervoor gekozen om mijn kindje in Nederland geboren te laten worden. Dit vooral wegens de goede toegankelijkheid van de gezondheidszorg. Ik was er wel eens op gewezen dat Nederland totalitaire trekken aan het krijgen is, maar wist niets over de jeugdzorgproblematiek.
 
Ik bracht de laatste maanden van mijn –overigens zeer voorspoedige- zwangerschap in de woning die ik nog in Nederland heb door. Familie heb ik helaas niet, maar het lukte mij goed om oude contacten aan te halen en nieuwe aan te gaan. Ik ontving veel praktische steun, zowel van bekenden in Nederland als van uit het buitenland overgekomen vrienden. Ik ben een alleenstaande moeder die haar zaken prima op orde heeft, gezegend is met een uitstekende gezondheid en conditie en van een prachtig en gezond kindje beviel.

Echter, ik werd op pijnlijke wijze met Jeugdzorg en de toch nog conservatieve tendensen in de Nederlandse samenleving geconfronteerd.

Ik had ervoor gekozen om te bevallen in een van oudsher conservatief-protestants ziekenhuis. Een dergelijk ziekenhuis is wellicht niet de ideale keuze voor een alleenstaande moeder. Een week voor de bevalling was ik op eigen verzoek ter observatie opgenomen omdat de groei van mijn baby wat leek te stagneren. In die periode kreeg ik de maatschappelijk werkster van het ziekenhuis aan mijn bed.

Eén uur voor de geboorte
 
Omdat kraamhulp niet door mijn buitenlandse verzekeraar vergoed wordt en ik deze dus zelf zou moeten bekostigen zou zij wellicht wegen weten om voordelige kraamhulp te krijgen. Haar eerste vraag was echter wanneer ik weer naar het buitenland terug zou gaan en gaandeweg merkte ik dat zij mij in een traject voor zwak-sociale moeders probeerde te duwen. Krap een uur voor de geboorte kwam zij nog eens aan mijn bed om me op de hoogte te stellen van het traject ‘krachtig ouderschap’.
 
Op mijn vraag wat zij dan concreet vreesde dat fout kon gaan, kreeg ik het antwoord dat zij bij bepaalde categorieën patiënten langsging en dat ik tot de categorieën alleenstaand, ouder en iemand met veel opleiding die wellicht niet zoveel intuïtie heeft hoorde. Op wat haar concrete zorg was moest zij het antwoord schuldig blijven. Na de geboorte heb ik haar tijdens een gesprek waarbij zij steeds nerveuzer werd gezegd dat gesprekken tussen haar en mij zinloos zijn. De maatschappelijk werkster verliet met een hoogrood gezicht mijn kamer en ik heb nooit meer iets van haar vernomen, althans niet rechtstreeks.
 
 
Mijn thuiskomst was prettig. Ik werd verwelkomd door bloemen van verschillende buren (die ik ook geboortekaartjes had gestuurd, ook al heeft iedereen in deze straat zijn eigen leven), vrienden zorgden voor mij en mijn kindje en ik kreeg regelmatig bezoek.

Bij thuiskomst bleek ook dat de maatschappelijk werkster van het ziekenhuis achter mijn rug om bij Kraamzorg, Consultatiebureau en huisarts een sfeer tegen mij probeerde te scheppen. Dat ergerde voornoemde organisaties, die vonden dat alles prima in orde was bij en met mij, hetgeen zij op hun beurt, na dit eerst aan mij gevraagd te hebben, terugkoppelden aan het ziekenhuis.

Ik had en heb mijn gedachten over deze maatschappelijk werkster die specifiek op de kraamafdeling werkt en toegang heeft tot, naar haar inschatting, kwetsbare zwangeren en moeders. Ik besloot echter om geen klacht tegen het ziekenhuis in te dienen en in plaats daarvan de negatieve ervaring in het ziekenhuis proberen te vergeten en onbekommerd van mijn kindje te genieten.

Enkele dagen na dat besluit kwam ik in contact met Jeugdzorg c.s.

Schaduwzijde van mijn verblijf in Nederland was een geërfd sluimerend conflict met de naaste buren. Dat is ooit als een twist over een gemeenschappelijk bouwkundig belang begonnen.
 
Politie

 
Steeds vaker belden politieagenten ’s avonds laat aan om op vermeende overlast van mijn hondje te wijzen, sommige agenten waren wel heel partijdig en een gaf bij het aanbellen een hele ‘belkannonade’ en schreeuwde het bijna uit toen ik opendeed. Ik zou mijn hondje ’s nachts los laten lopen in de tuin en daar zou hij dan lopen te blaffen. Elke keer als de buurvrouw de meldkamer belde zou de politie bij mij aanbellen. Echter, zowel hond als ik slapen ‘s nachts.
 
De hond heeft een royale bench binnen, wat hij als zijn ‘huisje’ beschouwt en zodra hij daarin zit is hij rustig. Onlangs kreeg ik nog het compliment dat het zo’n leuk, levendig hondje is, maar dat hij nauwelijks blaft, op een enkel vrolijk blafje overdag na om b.v. uit te drukken dat hij wil spelen.  Op een gegeven moment belde de ‘boze buurvrouw’ mij en beet me toe  "als die hond nog een keer blaft sla ik jou en je hond helemaal in elkaar".
 
Toen ik 8 maanden zwanger was werd ’s avonds laat zo hard op de voorgevel van mijn huis gebonkt dat ik dacht dat deze in zou gaan. Naar mijn indruk deed de buurvrouw dat. Ik heb toen 112 gebeld en sprak met politieagenten die niet uit mijn woonplaats kwamen en die de zaak wel serieus namen. Zij zagen voetafdrukken in de verse sneeuw en leken mij te geloven. Later heb ik aangifte van deze bedreigingen gedaan en is proces verbaal opgemaakt.

Nog later bleek mij dat twee familieleden van deze buren bij de politie in mijn woonplaats werken en dat deze relaties werden ingezet om mij het leven moeilijk te maken. Ik heb tegen het optreden van een van de partijdige politieagenten een klacht ingediend bij de politie en een van de familieleden van de buren (een neef) is berispt. Buren en hun neef hadden inmiddels echter al de Jeugdzorgmachine in werking gezet en de klachtbehandelaar deed daar nogal lacherig over, daar kon hij niet op ingaan, "dat was nu aan de wijsheid van de Kinderbescherming".

De politie heeft, tegen mijn wens, toch de buurtbemiddeling ingeschakeld. Krap 2 weken voor de bevalling stond deze ’s avonds rond 21.00 u. onaangekondigd op de stoep. Ik heb hen gezegd dat ik geen belangstelling voor bemiddeling had en bovendien hoogzwanger was. Toen ik 2 dagen voor de bevalling net even thuis was uit het ziekenhuis waar ik ter observatie lag, vond ik een brief van de buurtbemiddeling met het verzoek te bemiddelen wegens vermeende overlast van mijn hond (het ging altijd over mijn hond, nooit over mijn kind, zoals later beweerd werd).
 
Drammerige houding
 
Ondanks deze ‘doordrammerige’ houding, heb ik direct de buurtbemiddeling gemeld en nogmaals medegedeeld dat ik slechts rust wil en geen bemiddeling en dat ik bovendien op het punt van bevallen stond. Ik denk dat weinig hoogzwangeren zelf nog contact zoeken om zoiets mede te delen. De buurtbemiddeling nam direct aan dat ik niet in bemiddeling geïnteresseerd was en dankte mij voor mijn bericht. Later werd door de politie en BJZ beweerd dat de buurtbemiddeling geen contact met mij kreeg.

Toen ik ook na mijn bevalling steeds maar ’s avonds laat door deze buren en politie werd lastiggevallen, heb ik ’s avonds de deurbel uitgeschakeld om rust voor mij en mijn kindje te creëren (een zwangere/moeder die alleen woont moet zich immers zelf afschermen, niemand anders doet dit voor haar, men staat maar direct voor haar neus), na aan de zo partijdige agenten bericht te hebben dat ik alleen nog maar op de klachten over de vermeende overlast inging als zij meer officiële stappen tegen mij zouden nemen (een boete).  
 
Na de geboorte

Kort na de geboorte van mijn kindje kwam de politie overdag aan de deur. Ook hij opende het gesprek met de klachten over mijn hond. Hij begon echter plotseling te vragen naar mijn dochtertje’s vader, waar zij geboren is en wie mijn huisarts is. Ik merkte dat hij erop gebrand was deze informatie te krijgen. Mij bevreemdde dit optreden en ik vermoedde wel dat er een verband was met de buren, die naar mijn indruk zeer nieuwsgierig zijn naar mijn leven.

Medio maart jl. schreeuwde de buurman over de afscheiding van de tuinen “Ik waarschuw je, als die hond nog één keer blaft of als je ’s nachts nog een keer de plee doortrekt dan maak ik je leven tot een hel”.

De dag na dit dreigement volgden meldingen bij het AMK van dit gezin en hun bij de politie werkzame en door zijn werkgever als partijdig berispte neef. De ‘zorg’ was dat ik volgens de buren zo’n geïsoleerd leven zou leiden. In de excuusbrief van de politie staat over het bezoek van de meldende neef van de buurvrouw
 
De betreffende politieman verklaarde dat zijn tante, uw buurvrouw, erg verdrietig was omdat zij ten einde raad was door de overlast van uw hond (blaffen in de nachtelijke uren)” en “Omdat u de deur niet wilde opendoen, waar hij overigens wel begrip voor had omdat hij een vreemde voor u was en geen uniform droeg, besloot hij zich kenbaar te maken als politieambtenaar (legitimeren en mondeling aangegeven) zodat u geen vrees hoefde te hebben. U opende hierop de deur en hij probeerde met u in gesprek te komen aangaande de overlast en een mogelijke oplossing hiervoor. Dit korte gesprek verliep, in zijn beleving, niet optimaal” In het AMK-rapport wordt dit “Moeder heeft geen netwerk, woont in het buitenland (opmerking: hoe kan een vreemde dit weten?). De heer MELDER heeft moeder aangesproken. Moeder staat MELDER enkel door brievenbus te woord”.

Ik had, volgens de wijkagent, weinig felicitatiekaarten in mijn woonkamer (het waren er zo’n 25 en dat al diegenen die mij bezocht en gebeld hadden niet ook nog eens een kaart stuurden en dat er ook sociale media bestaan is kennelijk niet bij deze mensen opgekomen). In het AMK-rapport: “De wijkagent is wel binnen geweest” en “Er zijn weinig felicitatiekaarten in huis”, wordt in de beschikking van de Kinderrechter:  “Aan de politie wordt geen toegang tot het huis verleend” en “Het is de politie wel opgevallen dat er nauwelijks felicitatiekaarten i.v.m. de geboorte van [dochter] in haar huis lijken te staan”.
 
Ook zou ik meerdere malen per dag met de auto wegrijden en mijn dochtertje alleen laten (de twee keer dat ik een kwartier wegreed heen en terug naar de lokale garage waren er echter mensen bij mijn dochter, hetgeen ik ook aan de RvdK gemeld heb. Dit is echter niet nagetrokken).
 
Het AMK

Nog weer een dag later kwam er, toen ik net met mijn kindje van het consultatiebureau thuiskwam, een zeer zoetsappige medewerkster van het AMK met een opvallend grote en zo te zien bijna lege aktetas aanlopen. Er waren zorgen gemeld en zij wilde met mij praten. Ik verzocht haar om deze zorgen op schrift te zetten alvorens ik hierop in zou gaan en vertrok met mijn kindje naar een volgende afspraak, zoals gepland.

Net nadat ik diezelfde avond thuis was gekomen, belde een medewerkster van de Raad voor de Kinderbescherming aan met de wens met mij te praten. Ik weigerde en hield vol dat ik een schriftelijk gemotiveerde uitnodiging voor een dergelijk gesprek wilde. Daarop verschafte deze medewerkster met een collega en een medewerkster van Bureau Jeugdzorg zich met hulp van de twee politieagenten tegen mijn uitdrukkelijke wil de toegang tot mijn woning toen ik mijn kindje stond te verschonen. Achteraf bleek mij dat de AMK-medewerkster eerder die dag de sleutel aan bevriende buren een paar huizen verderop  had afgetroggeld.
 
VOTS
 
Er stonden 5 mensen in mijn slaapkamer terwijl ik mijn dochtertje stond te verschonen. Zij deelden mede dat zij een op diezelfde dag uitgesproken beschikking tot VOTS hadden en wilden dat ik mijn dochter zo op de commode liet liggen om onmiddellijk aandacht aan hen te besteden. Ik merkte op dat dat niet in het belang van het kind is, terwijl zij daar toch voor staan. Ik zorgde verder voor mijn dochter en onder de dreiging mijn kind van mij af te nemen werd ik tot een gesprek gedwongen. Zij konden geen bewijs van een rechterlijke uitspraak, dan wel enige machtiging tot binnentreden overleggen. Ik stond daar alleen met mijn 6 weken oude kindje en belde een kennis die vlakbij woont met het verzoek om te komen.
 
Drie minuten
 
 
Ik kreeg 3 minuten voor dit telefoontje en een heel jonge en zeer fanatieke politieagent (waarvan ik vermoed dat het wel eens de zoon van de boze buren kan zijn) bleef in de deuropening staan voor de veiligheid van mijn kindje. Gelukkig was mijn kennis, die zelf beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg is, thuis en kwam!
 
Tijdens het gesprek probeerde men mij tevergeefs woorden in de mond te leggen en werd mij medegedeeld dat je als je een minderjarige in huis hebt altijd toegang moet verlenen tot je huis!? Ik vroeg welke buren dan ‘zorgen’ gemeld hadden en stelde dat dit slechts een rancuneus gezin kon zijn. Het antwoord was “een aantal huisnummers” (1 is ook een aantal). Na vertrek van al deze lieden bleven mijn kennis en ik verbijsterd achter. Wij vroegen ons af of degenen die binnengedrongen wel Nederlandse ambtenaren waren.
 
Mij bekroop het gevoel dat ik het hier wel eens met georganiseerde criminaliteit van doen kon hebben. Mijn intuïtie zei me dat hier in ieder geval iets niet klopte! Ook kreeg ik de indruk dat het VOTS-traject dat men in wilde zetten een soort adoptieprocedure om mijn eigen kind te adopteren zou worden (ik zocht later zelfs op of de RvdK adoptiescreeningen doet, wat inderdaad het geval is).
 
Over die donderdagavond, toen ik thuis was en met RvdK, BJZ/AMK en politie sprak en overdag samen met mijn dochtertje bij het Consultatiebureau was, staat in de beschiking van de Kinderrechter het volgende gestroomlijnde verhaal “Donderdag heeft zij haar huis wederom verlaten. Buren hebben DOCHTER langdurig horen huilen en hebben de politie gebeld. De politie heeft aangebeld, maar er werd niet opengedaan (dat weigerde ik, maar ik was duidelijk in mijn woning aanwezig) . Het is onbekend of de moeder in haar woning aanwezig was (RvdK, BJZ, politie verschaften zich met 5 personen toegang en ik neem aan dat niet alle vijf zowel blind als doof zijn en mij niet waarnamen...)

Nog weer een dag later kwamen een medewerker van de RvdK en van BJZ bij mij om het VOTS-traject reeds in te zetten. De openingsvraag was "je werd op latere leeftijd moeder, hoe was dat?" En toen: "In welk land woon je?" Waarop ik wat filosofisch antwoordde met de wedervraag "wat is wonen (denkend aan het je hart op twee plaatsen hebben)?"
 
Of ze tot spoed UHP zouden zijn  overgegaan als ze hadden geweten dat we niet onder de Nederlandse jurisdictie (en BJZ) vallen zal ik nooit weten. Maar ik vrees dat de steeds terugkerende vraag er wel eens op gericht zou kunnen zij om in te schatten of ze de buit (mijn dochtertje = €8000/jr en op termijn € 36000/jr, veilig te stellen). Zij spiedden half-tersluiks rond in mijn goed opgeruimde en ruime woonkamer (achteraf bezien was dit zoeken naar ‘zorgen’, o.a. mijn ongeveer 25 felicitatiekaarten..) .
 
In mijn welwillendheid liet ik hen mijn kindje, dat boven op bed onder de Paaslakentjes waar ik destijds ook onder gelegen had lag, zien. Voor hen was dit slechts een aanknopingspunt om, aan de hand van het uiterlijk, verder te vissen naar wie de vader is. Mij werd medegedeeld dat ik beperkt was in mijn ouderlijk gezag (niet waar!!) en contact op moest nemen met de crisisdienst van BJZ  bij beslissingen die belangrijker zijn dat het kiezen van een rompertje.
 
Ook als de meldende buren de voorpui van mijn huis in elkaar zouden slaan, zou ik onmiddellijk contact op moeten nemen (en daarbij kreeg ik niet het gevoel dat BJZ èn kind èn moeder in veiligheid zou brengen, maar slechts mijn dochtertje uit een onveilige situatie weg zou halen...). 

Rancuneuze buren
 
Dus het ging ineens over de boeg dat de melders een onveilige situatie zouden kunnen veroorzaken, terwijl de uitkomst dezelfde zou zijn, nl. het kind in hun macht krijgen... Na dit bezoek bleek mij dat pas de dag na het binnendringen de avond daarvoor een verzoek tot VOTS bij de Kinderrechter is ingediend. Alle positieve informatie was slechts zeer summier vermeld in deze aanvraag ( steevast met de toevoeging “eerder geen zorgen gehad te hebben”) , terwijl de rancuneuze buren zeer uitvoerig werden geciteerd. Het AMK had zelfs al om een machtiging UHP “mogelijk in een pleeggezin, adres nog onbekend” gevraagd voor mijn piepkleine kruimeltje!
 
Deze machtiging UHP werd door de RvdK (nog) niet aangevraagd. In de beschikking van de Kinderrechter worden de positieve getuigenissen in het geheel niet meer genoemd en zijn de negatieve veronderstellingen ineens feiten (“uit informatie van de Raad blijkt dat moeder nauwelijks netwerk heeft”). Daarop vertrokken de ‘heren’. Zij vonden dat de situatie veilig genoeg was om mijn dochter en mij gedurende het weekend alleen te laten (tja....).

Uit de stukken bleek dat de meldende buren de opdracht hadden om mij in de gaten te houden, hetgeen de melders zeer serieus namen: zodra zij mij zagen stonden zij voor hun huis met de armen over elkaar te kijken.

De middag na zijn bezoek belde de Raadsonderzoeker me metde mededeling dat hij mij een machtigingsformulier waarmee ik de medici die mij en mijn dochtertje behandelen, alsmede de politie, van hun beroepsgeheim zou ontheffen. Zoiets doe ik (natuurlijk) nooit. Het feit dat mij gevraagd werd om de politie te machtigen om inlichtingen over mij te geven deed bij mij eens te meer een lichtje branden dat iets niet klopte. Immers, als er een ‘vonnis’ was, zoals RvdK/BJZ het uitdrukten, dan was er toch al informatie van de politie, dan was mijn machtiging toch niet nodig??

Naast mijn indruk van ‘hier klopt iets niet’, kreeg ik de indruk van een enorme kleinburgerlijkheid. Mijn persoonlijke indruk is dat gereformeerd Nederland een flinke vinger in de Jeugdzorgsector heeft en bij het natrekken van sommige van de personen die bij mij op bezoek waren werd deze indruk bevestigd.

 

 
In de dagen daarna heb ik informatie ingewonnen en kwam tot de conclusie dat hier inderdaad iets grondig fout was en dat ik het risico liep mijn piepkleine en zeer gewenste babietje aan de commerciële organisatie die Jeugdzorg heet te verliezen. Verweer voeren tegen de onterechte en irrelevante meldingen leek zinloos.

Vluchten werd mij geadviseerd, zowel door vrienden als door Nico Mul. Hoewel ik nog niet goed kon geloven dat in Nederland een dergelijke (subsidie)fraude regelmatig door Rechters gehonoreerd wordt en dat daarmee onze veilige rechtsstaat op wel zeer losse schroeven staat heb ik het zekere voor het onzekere genomen en ben in het holst van de nacht (de rancuneuze melders die pal naast mijn huis wonen hadden immers de opdracht om mij in de gaten te houden) met mijn boorling naar een geheim adres vertrokken. Met achterlating van mijn prima op de baby ingestelde huis en de melders de ultieme rust van een leegstaande woning naast die van hen gevend.
 
Weggevlucht

 
Maar in een dergelijke situatie zijn de prioriteiten duidelijk. Met mijn kindje gaat het prima, zij groeit als kool, reageert steeds meer op hetgeen rondom gebeurt en ook het Consultatiebureau waar we nu zijn is heel tevreden (net als het Consultatiebureau in de plaats waaruit we weggevlucht zijn).

Ik ben uitermate blij dat ik de voortgaande ontwikkeling van mijn kindje mee kan maken!!

Voornoemde bevriende buren die mijn huissleutel hebben, berichtten me dat op de dag na mijn vertrek de beschikking VOTS is uitgesproken. Ook zou er een hoorzitting komen. Ik heb na mijn vertrek nog een schriftelijke verklaring aan de afdeling Familierecht gestuurd. Achteraf te laat, maar naar ik nu uit de beschikking afleid ook zinloos.
 
Een dichte deur

 
Voor het eind van die week was een bezoek van de Raadsonderzoeker met nog weer een voor mij nieuwe BJZ-medewerker met mij ‘afgesproken’. Deze lieden stonden voor een dichte deur (en nu waren wij ècht weg, ha ha). Daarop zijn zij naar de bevriende buren, die de sleutel van mijn huis hebben, gegaan en hen gevraagd om mijn huis binnen te mogen gaan!!! Gelukkig hebben deze buren, inmiddels meer alert geworden, dit geweigerd. De Raadsonderzoeker en BJZ-medewerker zouden willen kijken of ik niet mijn kind en/of hond alleen achtergelaten had...

Ik heb de RvdK nog een keer telefonisch benaderd in een poging dit uit de wereld te helpen omdat dit toch op roddel en achterklap van rancuneuze en afgunstige buren berust. Tevergeefs. Mij werd echter wel gegarandeerd dat men mij niet mijn dochter zou afnemen. Naar aanleiding van dat gesprek werd mij nog weer een machtiging tot opheffing van het beroepsgeheim van medici gestuurd. RvdK zei zonder mijn toestemming inlichtingen in te kunnen winnen bij deze medici (ja, daarom lopen zij als een hijgende hond achter mijn handtekening aan, hoe dom denkt men wel dat ik ben...)

In het kader van deze machtiging viel mij op dat er niet over het ziekenhuis waar ik bevallen ben gerept wordt. Ik vermoed dat men dat niet nodig acht omdat de maatschappelijk werkster van dat ziekenhuis niet alleen Consultatiebureau, Kraamzorg en mijn huisarts gebeld had en daar bakzeil heeft moeten halen, maar ook AMK/BJZ o.i.d. met haar ongespecificeerde zorgen omdat ik tot de categorieën alleenstaand, wat ouder en intellectueel hoor (deze categorisering is overigens discriminatie!). Ik had destijds zelf ook al de RvdK gebeld om melding te doen van de ouder-onvriendelijke behandeling door deze maastschappelijk werkster, die naar mijn inschatting gevaar kan opleveren voor minder stabiele moeders dan ik en daarmee voor hun kinderen.

Daarna benaderde de Raadsonderzoeker de bevriende buren telefonisch met een aantal vragen over mij. O.a. waar wij nu zijn. De bevriende buurvrouw was alert en vroeg hem de vragen op schrift te zetten. De Raadsonderzoeker wilde de bevriende buren bij het onderzoek betrekken. Via hen probeert hij ("graag zo concreet mogelijk", wat dan ook moge inhouden, als hij zelf al een idee heeft wat hij zich bij deze formulering concreet voorstelt...), of ik een ondersteunend netwerk heb in mijn woonplaats, danwel de plaats waar ik nu verblijf, wat haar inschatting is van de opvoedingssituatie (zou hij zelf voor ogen hebben wat dat is bij een zuigeling??). En de m.i. meest rare vraag: "U heeft de sleutel van haar woning. Zijn er specifieke afspraken tussen jullie t.a.v. de woning/dochter of andere zaken".

Een week daarna heeft de wijkagent (u weet nog wel, de agent die onder het mom van mijn hond bij mij kwam om felicitatiekaarten te tellen, de held van ‘operatie felicitatiekaarten’ zogezegd). Hij vroeg aan de buren of zijn andere informatie hebben. Hij liet ook weten dat er geen werk van wordt gemaakt om me te zoeken (dat is een pak van mijn hart!!) Hij zei ook af en toe door de straat te rijden om te kijken of alles er goed uitziet. Ik zou haast zeggen, ik kan nu wel teruggaan met mijn kindje...
 
Oostblok-fascisme

Weer een dag later kwam weer een nieuwe medewerkster van het BJZ-leger bij deze buren. Zij gaf door dat er een brief bij jou in de brievenbus is gedaan (zou BJZ werkelijk zelf voor postdienst spelen en op die manier weer ongenood en onaangekondigd bij mensen opduiken??) waarbij het gaat over de voogdijvoorziening en dat er binnenkort een zitting is. BJZ wilde mij via deze buren toch die brief laten ontvangen, ook al ben ik weg. Echter, een dergelijke brief hoort aangetekend te worden verstuurd en ook in dat geval was deze niet door mij ontvangen en teruggestuurd aan BJZ. Ik vermoed dat het door mij ontvangen van deze brief een financieel voordeel oplevert voor BJZ nu men daar zo’n werk van maakt. Wellicht kan men dan de €8000 per jaar voor de (V)OTS innen. Ook proef ik dat deze buren zwaar onder druk gezet worden.

 
Ik begin nu steeds beter te begrijpen hoe het moet zijn geweest om onder de voormalige oostblok-régimes geleefd te hebben! Dit moet werkelijk funest geweest zijn, ook voor de intermenselijke relaties!

Het feit dat ik weinig familie heb (maar des te meer vrienden) vloeit voor een deel voort uit de Tweede Wereldoorlog. En uitgerekend dit land wilde mij mijn kind afnemen en mijn kind haar liefhebbende moeder??! Mijn moeder heeft mij wel eens gewaarschuwd dat je je, als er ooit een oorlog komt, nooit voor je land in moet zetten, maar je afzijdig moet houden. Een land kan immers later zo "normen en waarden verkwanselen en zo’n troep worden als Nederland", zodat je je voor een foute zaak hebt ingezet.
 
Een volk krijgt de leiders die het verdient
 
Ook waarschuwde zij mij voor het feit dat het voorheen zo gemoedelijke en liberale Nederland totalitaire trekken heeft gekregen. Ik zie nu nog meer dan voorheen dat mijn moeder een zeer heldere kijk op de zaken had. Vooral dat van die totalitaire trekken kon ik toen niet geloven. Nu heb ik echter de indruk dat het nog erger is dan mijn moeder bespeurde. Ook denk ik aan de slogan "Elk land heeft de leider die het verdient". Zeker, velen die beroepsmatig of privé met BJZ c.s. in aanraking komen hebben geen goed woord over voor veel van hun praktijken. Echter, Nederland is nog altijd een democratie, dus we laten dit alles als volk wél gebeuren.

 
 
Een weggevluchte moeder

woensdag 29 mei 2013

Basiscursus Jeugdzorg-Nederlands

Er bestaat soms verwarring over het taalgebruik van jeugdzorg. Om de algemeen heersende verwarring te ontknopen volgt hier onder een samenstel van termen en hun betekenis.

Hulp   In normaal Nederlands zou dit de ondersteuning en het  bijstaan zijn bij de problemen die iemand ondervindt. In Jeugdzorg-Nederlands wordt hieronder de uit huisplaatsing dan wel de ondertoezichtstelling verstaan. Op enig bijstaan met problemen dan wel deze oplossen daar is geen sprake van. Veel ouders krijgen dankzij een OTS of UHP juist er veel problemen bij als extra stress,  financiële zorgen en bovenal HOE krijg mijn kinderen weer terug?

Indicatiebesluit: Dit is de officiële onderbouwing bij een verzoek tot OTS dan wel UHP van uw kinderen.  Dit bestaat vaak uit een samenraapsel van mogelijke (anonieme) meldingen over uw kinderen bij AMK of BJZ, meningen, indrukken en vooral 'onderbuikgevoelens' van de schrijver. Het heeft géén waarheidsgehalte, men doet immers niet aan waarheidsvinding. De rechters beschouwen zo'n stuk vaak als 'waar' omdat jeugdzorg zich profileert als 'professioneel'…

Onder toezicht stelling: Als er zorgen zijn over een kind kunnen hetzij de Raad voor de kinderbescherming, hetzij BJZ een zogenaamde OTS aanvragen.  Hiervoor moet een wat heet 'indicatiebesluit' gemaakt worden, dat als bijlage aan de rechters wordt overlegd. Ouders worden daarbij uitgenodigd voor een rechtszitting.  Meestal volgt een rechter BJZ of de Raad blindelings: uw verweer wordt vaak amper of niet gehoord door de opmerkingen die in zo'n indicatie staan (zie bij 'jeugdbeschermer').  Een OTS is bedoeld om ouders te steunen in de opvoeding, zodat de kinderen de juiste hulp verkrijgen om een gezin goed draaiende te houden en vooral het kind te beschermen….

Jeugdbeschermer, gezinsvoogd, gezinsmanager: Volledig onduidelijk wat voor een persoon dit is: de opleiding is divers, de levenservaring vaak zeer gering en die mengen zich in uw gezin alsof ze een soort God zijn en u als imbeciel, achterlijk dan wel onmondig en vooral incapabel bent.  Dit zeggen zij niet in uw gezicht, maar zo snel u de indicaties voor verlenging OTS of UHP heeft gezien, ziet u zinnen als: 'ouders zijn pedagogisch onmachtig', 'ouders zijn niet leerbaar', 'er is sprake van psychische problematiek', 'ouders hebben geen zicht op de problematiek', 'ouders ontkennen de risico's ' en dit verzinnen die personen allemaal zonder enig deskundig onderzoek. Deze hebben géén gezag en géén recht om buiten uw toestemming waar dan ook informatie op te vragen of achter uw rug om met uw kinderen te gaan praten op scholen of zo.  Zij doen dit vaak wel, u als ouders aan de kant zettend. Officieel wordt een gezinsvoogd aangesteld door de rechter en heeft deze de wettelijke taak om ouders 'hulp en ondersteuning bij de opvoeding' te bieden, aldus art. 257 BW.  In de praktijk ervaren ouders deze personen als hulp de deur uit jagend en zelf als stressfactor.


Ouder-Kindadviseur: Onduidelijk persoon, voorheen 'sociale huisarts' genoemd,waarvan er binnenkort in Amsterdam 500 de wijken en gezinnen in komen stormen. U krijgt deze persoon al 2 weken na geboorte van uw kind op bezoek en hij/zij komt ook massaal de scholen in.  Van u als ouder wordt verwacht dat u alle mogelijke zorgen en risico's en uw achtergronden aan hem of haar vertelt, zodat deze een risico-vragenlijst kan invullen zodat uw kinderen des te sneller uit huis geplaatst kunnen worden op grond van alle 'risico's.  Deze O-K-a heeft geen wettelijke status, geen adequate beroepsopleiding, maar wordt wel geacht alles van pedagogiek te weten en normale ontwikkeling van kinderen, kindermishandeling en risico-ouders… U bent niet verplicht deze personen binnen te laten noch door hen uw kinderen te laten onderzoeken (achter uw rug op scholen!) Biedt u echter weerstand, dan krijgt u mogelijk wel een 'onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming' + juridische dreigementen.

Belang van het kind: In normaal Nederlands zou u denken dat daarmee bedoelt wordt dat een kind daar beter van zou worden en de kinderen gelukkiger zou maken…. In jeugdzorg-taal wordt dit naar volstrekte willekeur ingevuld al naar gelang van toepassing. Het kan zijn 'geld betalen aan moeder', 'geld voor BJZ', 'kind moet van ouders wegblijven en van de ene instelling naar de andere', 'uit huisplaatsing met vooral fors politiegeweld', 'vooral geen of zeer weinig contact met de echte ouders'  vult u, c.q. de 'gezinsvoogd' maar in….

Hechting: de natuurlijke band tussen een kind en zijn ouders. In jeugdzorg-taalgebruik bestaat deze niet, maar heeft uw kind 'hechtingsstoornissen' als het kind niet wil aarden in een pleeggezin of instelling. Die 'hechtingsstoornissen' komen door het feit dat u als ouder graag uw kinderen ziet en kinderen u. De 'oplossing': ouders geheel 'wegpoetsen'.  De 'hechting' speelt een zogenaamde rol bij pleegzorg-plaatsingen: kinderen kunnen daarom ook niet meer terug naar de echte liefhebbende ouders. Bij overplaatsing tussen crisisplaats, 'perspectief zoekend' en 'perspectief biedend' pleeggezin speelt dit geen enkele rol: kinderen kunnen desnoods midden in de nacht worden overgeplaatst…


Uit huisplaatsing: Dat is een kind wegrukken uit het liefdevolle gezin bij de echte ouders. Dit wordt 'in het belang van het kind' gevonden als er voldoende vaak valselijke beschuldigingen dan wel zogenaamd 'onveilige situaties' zijn op de vragenlijstjes.

In-huis-plaatsing:  Dat is een kind wegrukken van de ouders en plaatsen bij een zogenaamd 'gezinshuis' , waarbij het gezin bestaat uit een (ex)jeugdzorgmedewerker en partner, die maar liefst 36000€ per jaar krijgen voor de verzorging van uw kind.  Deze 'gezinshuizen' hebben maximaal 4 'in huis' geplaatste kinderen, enkele pleegkinderen en soms ook nog eigen kinderen. Voor dit bedrag wordt géén zorg of therapie gegeven.

Crisisplaatsing:  Als uw kind eenmaal, desnoods met politiegeweld, bij u is weggerukt, gaat  dit meestal eerst naar wat heet een 'crisisplaats', dit is of in een instelling of in een pleeggezin waar dag en nacht kinderen gebracht kunnen worden voor de opvang van maximaal 6 weken…..

Perspectief biedende plaatsing: Een plaats in een pleeggezin dat zoals dat heet 'adoptie gericht' is.  Is uw kind eenmaal daar, dan krijgt u het dan ook meestal niet meer voor het 18e jaar terug.

Perspectief zoekende plaatsing: Een plaatsing van uw kind in een pleeggezin dat alleen maar korte tijd pleegzorg wil bieden. Van daaruit wordt meestal gezocht naar plaatsing in een perspectief biedend pleeggezin, maar zelden of nooit wordt zelfs bekeken of een kind terug zou kunnen naar de echte ouders.

Professioneel: afgeleid van het begrip 'professie'. Dus: 'handelend alsof men tot een professie behoort'.  Een professie kenmerkt zich door een wettelijk vastgelegde opleiding, een beroepsregistratie en een rechtsprekend orgaan binnen die bedrijfstak. Bij BJZ en Raad voor de Kinderbescherming ontbreekt dit volledig tot heden (mei 2013). Professies zijn bijvoorbeeld: artsen (wet met opleidingseisen / BIG-register/ Tuchtcollege voor de Gz), advocaten (advocatenwet / Orde van advocaten/ Raad en Hof voor Discipline), automonteurs: (Vakdiploma's / BOVAG/ Klachtencommissie BOVAG) en idem voor bakkers, slagers enz… maar NIET voor BJZ-medewerkers! De term 'professioneel' wordt ook gebruikt in de zin van 'geld verdienend met…'. In die zin is BJZ zéér professioneel, zeker als men de salarissen en bonussen van bestuurders mee rekent (boven 'Balkenende-norm'!) Bij iedere miskleun van BJZ komen jeugdzorg-directeuren massaal op de TV, internet en in de kranten om te vertellen hoe goed hun 'professionals' zijn…. 

Mocht ik nog bepaalde onduidelijke begrippen vergeten zijn voelt u dan niet beschroomd om dit via e-post of opmerking bij deze blog te laten weten!

Nico Mul, JzDh+